Weerarchieven
Hoofdpagina
Weerperioden
 Inleiding
 Winter 2000-2001
 Winter 2001-2002
Radarbeelden
Kies een categorie in het menu hierboven
Algemeen         Weerfoto's         Actueel weer         Bijzondere weerdagen         Weerarchieven        
Weerarchieven
Home / Weerarchieven / Weerperioden / Winter 2000-2001 / Voorgeschiedenis / 
Winter 2000-2001
Vorige Volgende

Voorgeschiedenis winter 2000/2001:

Het najaar en het begin van meteorologische winter (eerste helft december) verliepen bij ons zacht en van tijd tot tijd (met name de eerste 10 dagen van december) zelfs zeer zacht, net als bij de zeer zachte winters van de jaren 90. Het grote verschil met die jaren was echter was dit najaar dat er in zijn geheel geen sprake was van een klassieke westcirculatie. In dit geval was er een zeer diepe trog (Rossby-golf) over de Atlantische oceaan gevormd en deze bleek zeer stabiel. Het oostelijke deel van Noord-Amerika kwam als het ware in de noordtak van de Rossby-golf terecht. Depressies kwamen daar dus zo ongeveer van de pool naar beneden zakken en veroorzaakten daar regelmatig zware sneeuwstormen en een koud tot plaatselijk zeer koud najaar en eerste deel van de meteorologische winter.

Over Centraal-Europa bevond zich in dezelfde tijd de bijbehorende rug, die ook goed ontwikkeld was (bijbehorende hogedrukgebied aan het aardoppervlak lag over Rusland). De trog en de rug bleven constant op hun plaats en er was dus sprake van een volledige blokkade en een zeer meridionale stroming. West-Europa bevond zich dus precies in de zuidtak van de trog (en de rug). Het gevolg was dus dat de depressies, die natuurlijk steeds weer gevormd werden op het polaire front behorende bij de golven, steeds vrijwel dezelfde koers hadden. Zij bogen als het ware om de diepe stationaire depressie (nabij Groot-Brittannië), die bij de trog behoort, heen. Zij kwamen zeer zuidelijk op de oceaan op europa af, iets wat normaal dus in europa voor winterweer kan zorgen wanneer ze zich in het Middellandse zeegebied nestelen, bogen vervolgens keer op keer bij de kust van Portugal af naar het noorden (soms zelfs naar het noordwesten en dat is een zeer zeldzame trekrichting!). Zij konden dus Europa niet of nauwelijks binnendringen. Eigenlijk was er dus sprake van een soort sturende IJslanddepressie die alleen een 1000-tal kilometers zuidelijker lag, in de buurt van Groot-Brittannië.

Grote delen van Europa hadden door deze blokkade zeer lange tijd geen of heel weinig neerslag en op veel plaatsen kwam er mist en smog voor (vooral Roemenië). Het uiterste westen van Europa, Portugal, Groot-Brittannië, West Frankrijk en een smalle Nederlandse kuststrook, had daarentegen overvloedige neerslag. In Groot-Brittannië kwamen zelfs grote overstromingen voor. De blokkade begon eigenlijk al ergens halverwege oktober, om zich alsmaar te handhaven of zelfs te versterken en duurde uiteindelijk tot en met de eerste decade van december. Daarna begonnen zich de eerste concrete veranderingen op de weerkaarten af te tekenen.

In Nederland stond al die tijd vrijwel constant een zuidelijke wind (gemiddeld zuid-zuidwest). Gelukkig voor het oosten van het land konden frontale systemen nog voor voldoende neerslag zorgen. In het uiterste oosten was deze periode te droog, maar niet extreem droog. Een stukje verder Duitsland in bleef het namelijk kurkdroog. Af en toe was er in de bovenlucht koude lucht om de depressie(s) heen over de Noordzee uit te stromen en hierin ontstonden dan zware buien boven het warme zeewater. Door de zuid-zuidwesten bovenstroming deden deze dan slechts een smalle kuststrook aan, waardoor deze strook zeer veel water te verwerken kreeg. Door de vorm van de kust was dit met name in Noord-Holland en op de westelijke waddeneilanden het geval. Er kwam veelvuldig onweer voor en regelmatig was het weerlicht van de buien tot ver landinwaarts te zien. Den Helder heeft tijdens die periode extreem veel onweer en neerslag gehad. Eén keer kwam het drie hele dagen (3 keer 24 uur) achter elkaar vrijwel constant tot onweer, terwijl de rest van het land vrijwel helder was. Door de zuidelijke bovenstroom dreven de buien nauwelijks het land op.Vanuit Wageningen namen we toen ook twee nachten achter elkaar intensief weerlicht waar, waarbij de afzonderlijke cellen goed te zien waren en ook de zuid-noord verplaatsing van deze cellen.

Voor de rest betekende de blokkade voor Nederland eigenlijk allen saai weer met veel wind, maar ook nooit een echte storm. Uitzondering was 30 oktober, maar dat was gewoon een superactieve depressie, uitdiepend van 974 hPa naar 940 hPa in 18 uur tijd. Hij had wel gewoon een vergelijkbare koers met de rest. Niet al te ver van de kern werd 200 km/uur en meer gemeten.

Het was in deze periode dus vaak bewolkt met perioden met meestal hooguit lichte tot matige neerslag. Winterse buien en heldere diepblauwe luchten hebben we eigenlijk helemaal niet waar kunnen nemen in deze periode. Bovendien was het vaak heel erg vochtig, waardoor er weinig water kon verdampen. Ondanks de harde wind en het feit dat er zeker niet abnormaal neerslag viel in het oosten van het land werden ook daar de voetbalwedstrijden wekenlang afgelast en lagen de wandelpaden er in veel bossen zeer modderig bij.

In de eerste decade van december werd het zelfs zeer zacht, omdat er ook in de bovenlucht geen kou meer naar ons toe kon komen. De sturende lagedruk was namelijk nog iets zuidelijker gaan liggen en was flink zijwaarts uitgestulpt. Ook aan de kust verdwenen de buien toen dus en de temperatuur liep regelmatig hoog op, waarbij er een paar datumrecords gesneuveld werden. Op een van de dagen kwam er een bel warme lucht in de nanacht en vroege ochtend over Nederland heen. Deze was ontstaan door föhnwerking over de Pyreneeën en vervolgens via Frankrijk en België over Nederland getrokken. In de vroege morgen lag de temperatuur rond de 16 graden, slechts een graad onder het maandrecord voor december en dat op een tijdstip waarop normaal het minimum valt. In midden- en Zuid-Frankrijk kwam de temperatuur op veel plaatsen midden in de nacht rond de 20 graden te liggen.

Er leek lange tijd dus niet echt een eind te willen komen aan de blokkade en er waren een hoop pessimisten die het al niet meer zagen zitten met de winter. Intussen bouwde zich echter in het hoge noorden (noordelijk Scandinavië en Rusland, IJsland en Groenland) een groot reservoir van strenge kou op en deze kon eigenlijk geen kant uit, waardoor hij steeds scherper werd. De stroming was al al die tijd meridionaal. Bij ons heerste toen het gevoel dat het toch een keer moest gebeuren dat deze kou ergens in Europa een uitval zou plaatsen en dit zou uiteindelijk ook gebeuren. Met andere woorden, dat dit meridionale patroon een keer moest gaan resulteren in een ander afwijkend patroon, wat een heel wat meer winters gevolg voor ons zou hebben. Vanaf half december ging het roer langzaam maar zeker om.

Eindelijk begonnen de modellen aan het eind van de eerste decade van December veranderingen in de algehele drukverdeling aan te geven. Boven Groenland begon de hoge druk neiging steeds verder toe te nemen. De modellen waren er weliswaar nog niet precies over uit hoe het patroon precies zou gaan veranderen, ze waren er wel over uit dat het zou gaan veranderen. Eindelijk leek ook oostelijk europa neerslag van (enige) betekenis te gaan krijgen als gevolg van het feit dat depressies nu dan toch een keer het Europese vasteland op zouden kunnen gaan trekken. Voor ons betekende dat een mogelijkheid dat er sinds lange tijd misschien weer eens een dag met een noordwesten wind zou kunnen komen, waarbij de temperaturen dan misschien weer eens een keer op een normaal niveau konden komen te liggen. En dat gebeurde inderdaad. Een depressie kwam eindelijk een keer boven Scandinavië terecht en daarachter stroomde vrijdag 15 december koele onstabiele lucht vanuit het west-noordwesten het land in.

De eerste winterse episode...

Naar boven
2002 Weersite.net - onderhevig aan constructie